3 maart 2020
Sinds ruim een half jaar hebben wij nieuwe buren, een buurhuis vol kinderen. We genieten van de gezelligheid naast ons en tegelijk voelt ons huis ook extra leeg zonder kinderen. Ik merk dat ik regelmatig wat zit te mijmeren over dit verschil. En dat ik afvraag wat me zo bezig houdt, zo raakt…
Terwijl in de zomer de kindergeluiden uit alle ramen het huis uitstroomden, ook onze tuin in, stroomden bij mij de tranen over de wangen. Verlangen, herinneringen, wat gebeurt er toch.
Ik huil om de droom die een droom gebleven is. Ondanks alle hoop, verlangen en gebeden. Wat was en is mijn verlangen groot naar een huis vol kinderen en gezelligheid. Ook al hebben mijn man en ik verschillende ideeën over wat ‘een huis vol’ had kunnen zijn, beiden ervaren we het verlies bij de onvervulde kinderwens. Aan de andere kant genieten we ook van alle mooie dingen die we ontvangen. Vreemd toch hoe verlies en genieten dicht bij elkaar liggen en door elkaar heen lopen.
Ik huil om de herinneringen die boven komen. Als oudste in een gezin met zeven kinderen was ik blij met mijn zusjes en broertjes. Nu ik de buurmeisjes zie zorgen voor de ‘kleintjes’ voelt het alsof ik daar zelf weer loop. Vol verantwoordelijkheidsgevoel, het zorgen voor en het genieten van de gezelligheid. Ik huil om wat om wat er niet (meer) is.
Als klein kind begreep ik niet dat de buren niet zo gesteld waren op ons ‘loepzuiver’ gezang begeleid door pollepels en een zinken teil. Ik vroeg me oprecht af waarom we zo ‘stil’ moesten doen. Gezellig toch voor de buren dat wij er waren? Later kwamen we naast een echtpaar zonder kinderen te wonen. Hoe zou het voor hen geweest zijn om naast zo’n levendig gezin te wonen? Ik besluit bij de ‘oude’ buurvrouw op bezoek te gaan. Ze is verhuisd naar een appartement in de buurt van mijn ouderlijk huis. Het is fijn om haar weer te ontmoeten. Ze vertelt hoe zaterdags de jongeren uit ons gezin oud papier kwamen halen en snoepjes kregen. En dat ze ervan genoot als ze een poosje bij haar in huis speelden. De geluidsoverlast viel volgens haar wel mee…
Dankbaar kijk ik terug op deze ontmoeting. Hoe deze vrouw het verdriet om het gemis van eigen kinderen en de vreugde om de gezelligheid van buurkinderen naast elkaar liet staan.
Ik herinner me wat ik las in het boek Een jaar met Henri Nouwen: ‘Vreugde en verdriet gaan altijd samen en Geestelijke groei ontstaat in de eenheid tussen vreugde en verdriet.’ Het is goed als vreugde en verdriet er allebei mogen zijn.
Het huis vol kinderen naast ons huis. Het gemis, het verdriet, de vreugde, het mag er allemaal zijn en dat geeft me rust.
Het verlangen een leuke buurvrouw te zijn groeit!
[Foto Wolfgang Rottmann]